Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Doch naar allen lust uwer ziel zult gij slachten en vlees eten, naar den zegen des HEEREN, uws Gods, dien Hij u geeft, in al uw [20]poorten; de onreine en de reine zal daarvan eten, als van een [21]ree, en als van een hert. 20. Dat is, in al uw steden of woonplaatsen, en alzo dikwijls. 21. Dat is, niet als een heilige, maar als een gemene toegelaten spijs. Herten en reeen waren wel reine beesten, die men als een gemene spijs [onder, hfdst.14:] mocht eten, maar zij werden niet gebruikt tot offeranden; alzo onder, vs.22, en hfdst.15 vs.22.